Visie EDO

“EDO wil individuen en groepen uitrusten met competenties om bewuste keuzes te maken voor een leefbare wereld, nu en in de toekomst, voor onszelf en voor anderen, hier en elders op de planeet” (uit 'De vlag en de lading', Van Poeck & Loones, 2010).

EDO staat dus voor ‘het leren denken over en werken aan een leefbare wereld, nu en in de toekomst, voor onszelf hier en voor anderen elders op de planeet (Van Poeck & Loones, 2010). EDO staat niet voor ‘Educatie over Duurzame Ontwikkeling’, maar wel voor ‘Educatie voor Duurzame ontwikkeling’. Dit betekent leren over het ‘hoe’ als belangrijke insteek naast het ‘wat’.

Bewust omgaan met keuzes en deze koppelen aan een duurzame kritische houding is een competentie die je niet zomaar als concreet doel binnen EDO kan vooropstellen. De wereld verplichten duurzaam te leven, wringt met de principes van EDO die het procesmatig onderzoeken en het kritisch denken voorop stellen. EDO wil immers burgers in staat stellen om bewust keuzes te maken vanuit hun rol als participant in de samenleving om tot een duurzame invulling van de levenspraktijk over te gaan (actief burgerschap) (zie ook Smet 2010). EDO impliceert een output die vertrouwt op het logisch nadenken van kritische burgers. Dit nadenken houdt dan bv. rekening met de eindigheid van de grondstoffen op de aarde en/of toetst het eigenbelang af t.o.v. de noden van medeburgers op een duurzame manier. In die zin kan EDO als politiek gezien worden. Niet de gekleurde partijpolitiek, maar een individuele invulling van de eigen levenspraktijk als politiek gegeven m.b.t. de inrichting van de samenleving.

Educatie voor duurzame ontwikkeling gaat dus meer over leerprocessen die via dialoog (gesprekken, debat en discussie) de rol als participant van de samenleving bevragen om van daaruit bewust en actief keuzes te maken.

Laten we ervan uitgaan dat EDO de volgende doelstelling tracht te bereiken:

“Het komen tot een samenleving met actieve burgers die mee een samenleving duurzaam inrichten.”

Wil je een zinvol EDO- leerproces inrichten, dan valt dit doel echter niet zomaar te vertalen in een concrete doelstelling. Integendeel, indien je dit wel doet, dan creëer je een te oppervlakkige perceptie van maatschappelijke fenomenen (milieuvervuiling is enkel te vermijden door te recycleren) en stimuleer je een te eenduidig oplossingsgericht gedrag (bv. ik recycleer mijn papier en daarom mag ik twee maal per jaar het vliegtuig nemen).

Het bereiken van een samenleving die zichzelf duurzaam ontwikkelt, is in de eerste plaats een proces dat competenties voorop stelt die aanzetten tot kritische reflectie en die inzetten op het bewust keuzes maken als participant van een samenleving. Dit kan worden bereikt door in te zetten op educatie (formeel en niet- formeel) met oog voor diversiteit, zelfredzaamheid, creativiteit, onderzoek; een educatie die methodieken inzet die uitgaan van procesmatig werken, inductief werken, praktijk gerelateerd onderzoek; en die stimuleert vaardigheden te ontwikkelen die aanzetten tot dialoog, kritisch omgaan met kennis en het 2de niveau leren (Van Poeck 2009).

EDO is dus meer dan een thema …

EDO kunnen we niet opsplitsen in hokjes/vakjes (contexten, thema’s waar EDO kan in toegepast worden) of verengen tot een ‘zelfstandige educatie’ (naast milieueducatie, gezondheidseducatie, …).

EDO moet aanzien worden als een regulatief idee, als een soort attitude, reflex waarnaar wordt gestreefd, maar dat onvermijdelijk nooit echt volledig gestalte zal krijgen of anders gezegd, slechts kan fungeren indien het zichzelf steeds opnieuw ondervraagt en zich laat typeren door een oriënterend karakter. Net zoals ‘rechtvaardigheid’ steeds als norm aanwezig zou moeten zijn bij elke handeling, zo zou ook de ‘gerichtheid op duurzame ontwikkeling’ als norm aanwezig moeten zijn bij het nemen van beslissingen (Sleurs 2007).

EDO wil vaardigheden vooropstellen om deelnemers in een leerproces te leren omgaan met dynamische en onzekere verhalen, zonder een te eenduidige en concrete oplossing als einddoel voorop te stellen.

Deze vorm van educatie kan zo perfect aansluiten bij andere educaties zoals NME (Natuur- en milieu educatie), Kunst – en Cultuureducatie, gezondheidseducatie, burgerzineducatie, …